
Hordeloper Timme Koster stapt over naar de bobslee. “Ik bereid me voor op één van de spannendste dingen ooit”
Hordeloper Timme Koster stapt over naar de bobslee. “Ik bereid me voor op één van de spannendste dingen ooit”
Hordeloper Timme Koster staat nog midden in zijn atletiekcarrière, maar maakt nu de overstap naar een heel andere sport: bobsleeën. Met nog geen vijf maanden te gaan tot Milaan wil hij zich met de viermansbob plaatsen voor deelname aan de Winterspelen. Ervaring? Geen enkele.
Hij is een bobsleeënde hordeloper, niet andersom, benadrukt Timme Koster (22). Toch zet de drievoudig Nederlands kampioen op de 110 meter horden nu alles op alles om de Winterspelen in Milaan te halen met het Nederlandse bobsleeteam. Binnenkort stapt hij voor het eerst de bobsleebaan op. “Ik moet me op een van de spannendste dingen ooit voorbereiden. Dan valt het waarschijnlijk mee en wordt het daarna makkelijker, zeggen mijn teamgenoten.”
Erg onder de indruk lijkt Timme niet van die waarschuwing. “Ik sta er misschien wat te nonchalant in. Maar ik merk het wel, ik ben daar vrij nuchter in.”
Uitglijden
Snelheden van 150 kilometer per uur, de G-krachten, het risico van omvallen. Stiekem houdt hij er wel van, vertelt de atleet uit Egmond aan den Hoef. “Ik ben een adrenalinejunkie. En ik weet inmiddels dat ik bij een val de railing van de bobslee boven mijn hoofd moet vasthouden om er niet uit te glijden. Dat risico durf ik wel aan.”
Ik vind het leuk om hier vol voor te gaan en voor een team uit te komen. Ik heb ook lang gevoetbald, een teameffort past me goed.
Explosieve kracht
Het komt vaker voor dat bobsleeteams atleten aantrekken, maar zo abrupt en halverwege een actieve carrière is vrij uitzonderlijk. “Het is een aparte switch, een bijzonder verhaal,” erkent Timme die er veel vragen en media-aandacht mee krijgt. Nog geen maand geleden wisten maar weinig mensen van zijn ambitie om van sport te switchen. Zijn atletiekachtergrond met explosieve kracht en sprintvermogen, vormt een goede basis voor bobsleeën, maar ervaring heeft hij totaal niet.
Toch zag stuurman van de viermansbob, Dave Wesselink, die drie jaar geleden zelf overstapte van hordelopen naar bobsleeën, al langer iets in Timme. “Sinds zijn eigen overstap vroeg Dave regelmatig wanneer ik eens mee zou gaan trainen. Hij zei dat ik precies de juiste kwaliteiten had.”
Lang was dat vooral een leuk idee, maar na een teleurstellend atletiekseizoen begon de uitnodiging serieus te lonken. “Aan het begin van het seizoen wist ik zeker dat het WK in Tokio zou lukken, maar gaandeweg werd dat steeds onzekerder. Trainingen, wedstrijden, er waren telkens momenten waarop ik het liet liggen. Toen ik me niet wist te kwalificeren, was ik superteleurgesteld. Maar ik had ineens wél tijd om serieus na te denken over dat aanbod.”

Lokmiddel
De klik met de andere mannen van het bobsleeteam was er meteen. “Na de eerste training vroegen ze me of ik naar de Spelen in Milaan wilde. Een reële mogelijkheid, zeiden ze. Dat was het ultieme lokmiddel.”
Na overleg met zijn coach was het beklonken: deze winter gaat hij zich met het team proberen te kwalificeren. “Volgens Dave zijn we nu beter in vorm, beter bemand en hebben we een betere slee dan vorig jaar. Toen werden ze al eens achtste bij een wereldbekerwedstrijd, wat nu een kwalificatie voor de Spelen zou betekenen. Ik vind het leuk om hier vol voor te gaan en voor een team uit te komen. Ik heb ook lang gevoetbald, een teameffort past me goed.”
Te gespierd
Karretjes op rails duwen, soms op een ijsvloer, is tot nu toe zijn enige bobslee-ervaring. Maar zijn sprintkwaliteiten vallen op. Als laatste in de bobslee moet hij straks de laatste push geven. “Dan moeten we ons, vier grote brede mannen van zo’n twee meter, in zo’n kleine slee zien te wurmen - gezellig. Dat hebben we al geoefend, en is een van de lastigste dingen.”
Verder ligt een groot deel van de voorbereiding nu in het krachthonk. Dat is niet nieuw voor hem, maar met zijn nieuwe doel wel anders. Zijn bovenlichaam mag hij nu zwaarder trainen dan hij gewend is. “Voorheen moest ik voorkomen dat ik te gespierd werd. Probeer maar eens honderd kilo over een horde te krijgen. Nu is meer gewicht juist een voordeel: het betekent meer snelheid. Maar omdat ik na dit seizoen weer terug wil naar hordelopen, moet ik opletten. Ik moet mijn lichaam straks weer kunnen ombouwen. Daar heeft mijn atletiekcoach me al voor gewaarschuwd. Het wordt een kwestie van de juiste balans vinden.”
Ek atletiek
Deze uitstap naar bobsleeën betekent dus zeker niet dat hij zijn atletiekcarrière opgeeft, benadrukt hij. “Hordelopen is echt leuk hoor. Het geeft me zo’n kick. Dat is wat ik doe, waar ik goed in ben. Daar doet een minder seizoen niets aan af. Hoe je je lichaam moet inzetten bij hordelopen vind ik fantastisch. Na dit winterseizoen wil ik kijken of ik me kan kwalificeren voor het EK volgend jaar augustus in Birmingham.”
Maar dat is voor later, eerst gaat de blik op Milaan. De volgende stap: echt de baan af in een bobslee. Omdat Nederland geen eigen baan heeft, wijkt het team uit naar Lillehammer in Noorwegen. Op 17 oktober reizen ze af, en een dag later is het zover: de hordeloper zonder enige bobslee-ervaring maakt dan zijn aller, allereerste rit voor TeamNL.
Gerelateerde artikelen
Toon alle artikelen-
Marije van Hunenstijn: “Ik voelde wel wat ik nodig had, maar gaf er geen gehoor aan"
Atlete Marije van Hunenstijn (30) kampte lange tijd met een ernstige blessure aan haar enkelpees. De blessure dwong haar om…
Lees artikel -
Puck Pieterse en Sven Roosen wagen zich aan elkaars sport
Zij is een alleskunner op de fiets: veldrijden, mountainbiken, wegwielrennen. Hij is een tienkamper: sprint, springen, werpen. Voor één dag…
Lees artikel -
Ruilen maar! Roeiers en atleten wisselen voor één keer van sport
Wat gebeurt er als je topsporters elkaars sport laat proberen? De 4x400 meter sprinters en de roeiers van de Holland…
Lees artikel -
Femke Bol: “Ik heb mijn eigen overwinningen in een race”
Femke Bol is in de Diamond League al vijf jaar ongeslagen op de 400 meter horden. Zelf is ze vooral…
Lees artikel