Judoka Jelle Snippe voelt zich een uithangbord van sport en spel

Topsporter ben je 24 uur per dag, zeven dagen in de week. Maar dat betekent niet dat je er niets anders naast kunt doen. Judoka Jelle Snippe (26) had Netflix wel gezien en vond dat hij zijn tijd beter kon besteden. Nu zet hij zich bij verschillende organisaties in voor een betere maatschappij.

Met 114 kilo is Jelle Snippe niet het prototype van een zwaargewicht in het judo. Vergeleken met tegenstanders die soms boven de 150 kilo wegen, is hij een van de lichtere in zijn klasse. Toch heeft de 1,94 lange Tukker al de nodige successen achter zijn naam. Zo veroverde hij in 2023 de bronzen medaille op het EK in Montpellier. Datzelfde jaar won hij het grand slam-toernooi van Antalya. En vorig jaar stond hij op de Olympische Spelen van Parijs.

Hij benadrukt dat hij nog altijd in de eerste plaats judoka is, want hij wil ook in 2028 naar de Spelen in Los Angeles. Maar daarnaast wil hij zich ook verder ontwikkelen. “Ik lag op de bank, tussen een paar trainingen door, en ik dacht: ‘Ik heb Netflix wel een beetje gezien. En ik heb best nog wat tijd over die ik ook nuttig zou kunnen gebruiken’.”

FC Twente

Zo belandde hij op de afdeling Athlete Services van NOC*NSF, waar hij voor twaalf uur in de week een werkervaringsplek kreeg. “Ik merkte dat het werken naast mijn trainingen wel lukte”, vertelt hij. “En het is goed voor mijn maatschappelijke carrière. Ik heb een MBO-opleiding in marketing en communicatie gedaan en daarna heb ik me volledig gefocust op judo. Als ik niet had gejudood, had ik er waarschijnlijk een HBO-studie achteraan gedaan. Omdat ik dat nu niet heb, vind ik het belangrijk om werkervaring op te doen.”

Jelle traint op Papendal, woont sinds kort in Utrecht, maar komt oorspronkelijk uit Enschede. Na zijn judocarrière wil hij graag terug naar het oosten van het land. “Daar liggen mijn roots. Ik ben ook een echte FC Twente-fan.”

Vanuit zijn geboorteregio wordt hij ondersteund door de Reggeborgh Foundation. “Dat is een maatschappij die investeert in heel veel projecten, waaronder ook veel sportprojecten”, licht Jelle toe. “Ze hebben een schaatsteam en ze proberen ook veel lokale sporters te ondersteunen. Financieel, maar ook met kennis en andere dingen.”

IJsfestijn

“Ze hebben heel wat talenten waar ze in investeren. Dat noemen ze de Groene Appeltjes. Ik was daar eigenlijk al te oud voor, maar ze vonden mij helemaal goed omdat ik net als zij ook uit de regio kom.”

Als tegenprestatie wordt verwacht dat de sporters af en toe meehelpen met vrijwilligerswerk. Daarvoor stond Jelle onlangs met een groep ouderen op de IJsbaan Twente in Enschede. “Daar hebben we het ijsfestijn gehouden. Allemaal oude mensen met rolstoelen het ijs op om een rondje te schaatsen, erwtensoep eten, warme chocolademelk drinken. Echt een dagje weg.”

“Ze willen bij Reggeborgh wel dat je iets terugdoet voor de maatschappij. Dus niet alleen maar geld ontvangen en succes ermee. Als het dan ook nog is op de ijsbaan in Enschede, dan vind ik dat echt superleuk om te doen. Je ziet dat die mensen gewoon heel blij zijn dat ze even een dagje weg kunnen uit de seniorenflat. Ik heb oprecht een heel leuke dag gehad.”

Conflictgebieden

Sinds de zomer van vorig jaar werkt Jelle parttime voor Right To Play. De organisatie is 25 jaar geleden opgericht door de Noorse oud-schaatser Johan Olav Koss. “Het is een goed doel, dat opkomt voor alle kinderen in de wereld,” aldus Jelle. “Ook in conflictgebieden. We organiseren projecten om ze te laten sporten en spelen, omdat dat goed is voor de ontwikkeling van een kind.”

Door te spelen leren kinderen allerlei vaardigheden, zoals samenwerken, communiceren, problemen oplossen, rekenen, omgaan met stress, ze kweken zelfvertrouwen en werken aan hun fysieke gesteldheid. Jelle: “Als topsporter is sport natuurlijk allereerst mijn hobby. Maar als je dan daar gaat werken en je leest over de projecten, dan zie je ook dat kunnen sporten en spelen voor een kind echt noodzakelijk is om goed en gezond op te groeien. Dat is natuurlijk helemaal lastig in oorlogsgebieden en conflictgebieden.”

Als topsporter zit Jelle op zijn plek bij zijn nieuwe werkgever. Tot zijn taken behoren het maken van social content - online graphics, berichten voor LinkedIn en Instagram - en het onderhouden van contacten met de ambassadeurs van de organisatie. Daaronder zitten veel andere olympiërs. Bijvoorbeeld de hockeyers Pien Sanders en Thijs van Dam. “Het is makkelijk spreken met sporters als je het zelf ook bent”, constateert Jelle. “Oud-volleybalster Myrthe Schoot kende ik nog van NOC*NSF. Die heb ik ook in contact gebracht met Right To Play. Zij heeft laatst meegedaan aan een padeltoernooi.”

“Ik voel me een soort uithangbord van sport en spel. Dat ik dat dan mag delen via marketingcommunicatie en alle online media-dingen waar we mee bezig zijn, dat vind ik hartstikke leuk.”