Baanwielrennen (v) sprint finale en omnium en (m) keirin finale

Het baanwielrennen tijdens de Olympische Spelen van Parijs wordt gehouden van 5 tot en met 11 augustus. Het toernooi vindt plaats in het Velodrome in Saint-Quentin-en-Yvelines. Bij het baanwielrennen wordt op twaalf onderdelen om de medailles gestreden, zes bij de vrouwen en zes bij de mannen.

Op de laatste dag, dag 7, van het baanwielrennen staat de finale van de sprint voor vrouwen en finale van de keirin voor mannen op het programma. Daarnaast rijden de vrouwen ook het omnium. 

TeamNL bestaat uit:

Vrouwen: Maike van der Duin (omnium), Hetty van de Wouw en Steffie van der Peet (sprint)

Mannen: Harrie Lavreysen en Jeffrey Hoogland (keirin)

Foto: Jeffrey Hoogland op de Olympische Spelen van Parijs (BSR Agency).

Wat houdt de keirin in?

In dit van oorsprong Japanse onderdeel fiets je eerst een aantal ronden achter een gemotoriseerde gangmaker, dit wordt ook wel een derny genoemd. De derny verlaat de baan op 600 à 700 meter voor de finish. Voor die tijd mag je dit voertuig niet inhalen. Vanaf dan barst de strijd op de winst los. Wie als eerst over de finishstreep komt is de winnaar.  

Bij de vrouwen hebben we inmiddels een naam hoog te houden op dit onderdeel. Elis Ligtlee won de keirin in 2016, gevolgd door Shanne Braspennincx in 2021. Maar ook bij de mannen was er de afgelopen Spelen succes, met brons voor Harrie Lavreysen in Tokio en zilver voor Mathijs Büchli in Rio.

Wat houdt de discipline omnium in?

De discipline omnium bij het baanwielrennen bestaat uit vier onderdelen in een vaste volgorde: scratch, afvalkoers, temporace en afsluitende puntenkoers. Wie aan het eind van deze vier onderdelen de meeste punten verzameld heeft, mag zich tot winnaar kronen. In Tokio was er brons voor Kirsten Wild op het omnium.