Handboogschieten (m) kwalificatie

Het handboogschieten tijdens de Olympische Spelen van Parijs is van 25 juli tot en met 4 augustus. Het wordt afgewerkt in de Esplanade des Invalides.

TeamNL bestaat uit:

• Steve Wijler

Foto: Steve Wijler (BSR Agency).

Format handboogschieten 

Het toernooi begint met de rankingsronde. Alle mannen en vrouwen schieten 72 pijlen. Op basis van hun totaalscore worden ze gerangschikt.

Daarna volgt de knockoutfase, waarbij de nummer 1 het in de eerste ronde opneemt tegen de nummer 64, de nummer 2 tegen 63 etc. De winnaar gaat door naar de volgende ronde, totdat er twee schutters overblijven die strijden om de gouden medaille. De twee verliezers van de halve finale schieten om het brons.

Bewegend vogeldoel

Handboogschieten stond voor het eerst op het programma van de Olympische Spelen van 1900 in Parijs. Daarna bleef de sport gehandhaafd in 1904, 1908 en 1920, maar daarna verdween het handboogschieten van de olympische kalender. 

In Antwerpen in 1920 won het Nederlandse handboogteam een gouden medaille op het onderdeel bewegend vogeldoel 28 meter. Waar de term 'bewegend vogeldoel' vandaan kwam is nooit echt duidelijk geworden. Er werd namelijk gewoon geschoten op een normale schijf, met de blazoenen 9-7-5-3-1. 

Toen de sport in München 1972 weer in het programma werd opgenomen, was er slechts één evenement voor mannen en één voor vrouwen. In 1988 werden teamevenementen voor mannen en vrouwen aan het programma toegevoegd. 

Sinds Tokyo 2020 is er ook een wedstrijd voor gemengde teams. Steve Wijler en Gabriela Bayardo veroverden in Japan de zilveren medaille. De enige individuele handboogmedaille voor Nederland werd in 2000 gewonnen door Wietse van Alten. De Zaandammer veroverde in Sydney het brons.